“Sommige mensen… ”. Wanneer een Facebookbericht hiermee begint, weet je al wat er volgt: een klacht. Het valt op dat dezelfde persoon vaker van dit soort berichten plaatst. En voor je het weet sla je hem of haar op als ‘klager’. En wat te zeggen over een twitteraar die de ene na de andere tweet de wereld in stuurt over een opkomende verkoudheid, de boodschappen en het toiletbezoek. Die bestempel je al gauw als ‘aandachtvrager’.
Daar is een eenvoudige psychologische verklaring voor. Door menselijk gedrag in hokjes te plaatsen, maak je de wereld om je heen overzichtelijk. Die wereld is vaak al complex genoeg, dus de hokjes bieden hulp om hem te begrijpen. Daarnaast is ook de menselijke angst voor het vreemde aanleiding tot hokjesdenken. En iemand die niet is een hokje past, is vreemd. Dit kan weer leiden tot discriminatie. Alleen in geval van direct gevaar, laten mensen de hokjes voor wat ze zijn: nood breekt wet 1.
Hokjesdenken gaat met zijn tijd mee. Zo zijn er ook hokjes te bedenken als het gaat om social media. Onlangs stuitte ik op twee infographics. De één verbeeldt de soorten twitteraars, de ander geeft varianten van Facebookers weer. Allemaal hokjes! Leuk om even te kijken in welk hokje je past…
Volgens Minter Dial, maker van de infographic The 7 Archetypes of Twitter Users, zijn Twitteraars onder te verdelen in zeven hokjes.
Social Star: Actieve twitteraar, deelt veel sterke content. Volgt eigen volgers niet altijd. Zoekt veel interactie met degene die hij* volgt en verdeeld hierbij de aandacht over zoveel mogelijk mensen.
Butterfly: Twitter is zijn belangrijkste manier van communiceren. Hij heeft de hele dag door interactie. Sociaal betrokken en deelt goede content.
Distant Star: (Semi) beroemdheid, maar niet actief op Twitter. Dit valt vooral op door het hoge aantal volgers, terwijl hij zelf bijna niemand volgt.
Private Eye: Heeft zijn account achter een slotje. Zijn tweets zijn alleen te lezen voor zijn volgers. Wil je hem volgen, dan moet je daar toestemming voor krijgen.
Cycler: Twitter is slechts een cijferspel voor hem. Het gaat niet om de interactie via tweets, maar via ‘volgen’. Hij is alleen gericht op het aantal volgers en blijft je alleen volgen als je terug volgt.
Listener: Stuurt vrijwel geen tweets, is op de achtergrond. Lijkt de kat uit de boom te kijken. Deze twitteraar is inactief of de actie komt later.
Egg Head: Beginnende twitteraar. Heeft een account aangemaakt, maar hij doet er (nog) niets mee. Heeft nog weinig tweets, volgers en volgt ook niet veel anderen. De term ‘Egg Head’ staat voor het ontbreken van een profielfoto, waardoor er een Twitter-ei te zien is.
Optify maakte de infographic The 9 Types of Facebook User. Negen hokjes voor Facebookgebruikers dus.
Stalker: Houdt exen en aanstaande dates nauwlettend in de gaten via hun profiel.
Baby Boomer: 55-plussers willen meedoen met hun kinderen en gaan Facebooken.
Newbie: Volop aanwezig door zoveel mogelijk op like te klikken en door overal op te reageren.
Over Sharer: Deelt alles, maar dan ook echt álles over zichtzelf.
Brand Promotor: Deelt alleen maar nieuws en weetjes van zijn eigen bedrijf.
Fearful User: Afgeschermd profiel, vaak ook onder een valse naam.
Curator: Plaatst eindeloos foto’s van en updates over de huisdieren.
Gamer: Vermaakt zich met spelen van Facebookspelletjes als Candy Crush en Farmville. Updates hierover komen regelmatig langs in de tijdlijn: ,,(naam) gave a life in Candy Crush Saga.”
Non-user: Maakt een account aan, maar doet er (nog) niets mee.
Als ik kijk naar de social mediahokjes die hier genoemd worden, zie ik dat ik in geen enkel hokje pas. Vreemde eend in de bijt dus. Moet ik mij nu zorgen maken?
*lees: hij of zij
De wereld overzichtelijk maken is een overlevingsmechanisme. Zo liep er laatst een meisje langs me heen en riep verbolgen: ‘die meneer heeft een staart!’ Dat paste niet in haar beeld van meneren, staarten horen bij meisjes.
Waar men met het hokjesdenken om moet denken, is dat iemand niet een hokje ís. Dat zie je nog wel eens gebeuren. Eenmaal ingedeeld, kom je er niet meer uit. Stigmatisering dus. Zo ben jij een ‘meneer met een staart’ voor dat meisje, maar ze ziet dan niet jouw vele andere kanten. Doordat zij jou in dat hokje plaatste, is daar geen ruimte voor. Al is het op zich wel grappig dat ze zo reageerde. En bij het passeren op straat is dat ook niet erg. Erger wordt het, wanneer je in het dagelijks leven met mensen te maken hebt, die je in zo’n hokje stoppen en je daar op blijven beoordelen.
Dus: hokjesdenken om de wereld overzichtelijk te maken, maar ook verder kijken naar de veelzijdigheid van de mens.
Zo kan ik nog wel even doorgaan met filosoferen 😉
Zoals al mooi vermeld wordt in zowel de externe link als in de reacties die gegeven zijn op deze pagina; hokjesgedrag komt voornamelijk voort uit overlevingsinstinct van inwoners van het dierenrijk, niet alleen de mens.
Echter, wat hier nog niet goed aangehaald wordt naar mijn mening is het feit dat dit gedrag meerdere kanten kan hebben: als eerste is er het referentiekader waaruit een kader ontstaat, deze is persoonlijk en kan alleen door jou gemaakt worden. Dan is er nog het stereotype wat voorgeschoteld word. Een keer heeft een Amerikaan me gevraagd of ik houten schoenen droeg op dagelijkse basis, dit is dus een mooi voorbeeld van een ‘stereotype’ wat dus niet uit het eigen referentiekader komt, hij heeft nog nooit een Nederlander gezien (wel online gesproken). Dit stereotype is een fabrikatie van andere mensen hun observaties en vaak zelfs dat niet eens, maar gewoon speculatie.
Om goed te laten zien wat een eigen stereotype is (de gezonde variant van de twee): appels. Toen je klein was kreeg je vast wel eens een appel in stukjes om lekker van te smullen, dat is het begin van jouw referentiekader. Na een paar appels weet je al goed of je het wel of niet lust. Elke keer dat je een appel ziet, weet jij meteen of je het wel of niet als ‘eten’ beschouwd. Zo kan hetzelfde gezegd worden over bijvoorbeeld elk voorwerp, persoon, dier of gedragspatroon.
Dus als je niet in het stereotype past van een ander, betekend dat het referentiekader van de ander simpelweg incompleet genoeg is om jouw stereotype te kunnen maken, of dat het gebaseerd is op incorrecte informatie. (Ja tuurlijk, Nederlanders lopen vanzelfsprekend tot op de dag van vandaag nog in blauwe overalls met klompen, en natuurlijk zijn we allemaal agrariërs, spreken we allemaal vier talen en maken we allemaal gebruik van marijuana.)
Dat is een zeer waardevolle aanvulling. Dank je wel!